Dit artikel is met een aantal foto's geplaatst in het Tijdschrift Geografie van maart 2022

Een reddingsplan voor de Vjosa, de laatste wilde rivier van Europa

No diga! (geen dam), zegt Pado vastbesloten en we drinken onze glaasjes raki leeg en daarna nippen we van de kopjes pikzwarte koffie die Anna heeft gezet. We zitten op het terras voor het roze geschilderde huis dat Pado in het dorpje Pocem heeft gebouwd. Het echtpaar geniet op deze idyllische plek van zijn pensioen. Het geld voor de bouw van het huis spaarde Pado met vijftien jaar hard werken in Griekenland bij elkaar. Vanuit het huis zie je in het dieper gelegen dal een rotswand oprijzen. Daar wurmt de Vjosa zich door een engte tussen twee berghellingen. En dat is precies de plaats die de ingenieurs hebben aangewezen voor de bouw van een stuwdam. Als die plannen doorgaan zou dat voor Pado en Anna betekenen dat hun huis wordt opgeslokt door het stuwmeer dat na de bouw van de dam ontstaat.

“Dat gaat niet gebeuren. Als het moet gaan we gewoon voor de machines liggen” zegt Pado.

De Vjosa ontspringt in het Griekse Pindosgebergte en mondt na 272 kilometer uit in de Adriatische Zee. Hij wordt de laatste wilde rivier van Europa genoemd omdat hij nog vrij en ongetemd door het bergachtige landschap van Zuid Albanië stroomt. De loop van de rivier is nog nergens door de mens aangepast of beinvloed, iets dat uniek is voor Europese rivieren. En dat geldt ook voor de vele zijrivieren van de Vjosa, waardoor er langs het hele stroomgebied een zeer bijzonder en intact ecosysteem bewaard is gebleven. Dit wordt bevestigd door het uitgebreide wetenschappelijk onderzoek dat de afgelopen tijd rond de rivier heeft plaats gevonden. Wetenschappers ontdekten er vele zeldzame planten en onbekende dieren en insecten. De Vjosa is volgens de ecologen van enorme waarde voor de biodiversiteit. De rivier voorziet bovendien de dorpen van vruchtbare grond voor de productie van gewassen en veeteelt en de overvloed aan vis is van vitaal belang voor de lokale vissers.

Daar komt bij dat ook het toerisme op en langs de Vjosa en zijn zijrivieren in opkomst is. De afgelopen jaren groeien activiteiten als raften, kanoën, kajakken en zwemmen in populariteit.
De wetenschappelijke belangstelling voor het milieu rond de Vjosa ontstond naar aanleiding van de plannen van de Albanese regering om acht stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Vjosa te bouwen, aangevuld met tientallen kleinere dammen in zijrivieren. Dat leidde tot grote onrust in de dorpen langs de rivier

“De overheid had ons nergens over ingelicht”, zegt Trifon Murataj uit het dorp Kutë dat. “Mensen van EcoAlbanië, een landelijke milieuorganisatie, kwamen naar ons toe om te vertellen wat ons boven het hoofd hing. Opeens waren er landmeters aan het werk. We hebben ze weg gejaagd en later uit protest een paar keer de snelweg geblokkeerd”. De dam zou grote gevolgen hebben voor de bewoners van Kutë want het dorp is volledig afhankelijk van de visvangst en van de landbouw op de terrassen tussen het dorp en de rivier. De boeren, herders en vissers beschouwen de Vjosa als hún rivier. Hun families hebben generaties lang hier gewoond en de rivier is altijd hun levensader geweest.

De vijftiger Ismet rijdt mij in zijn stokoude Mercedes over een stenig pad omlaag naar zijn wijngaard die tussen het dorp en de Vjosa ligt. Zijn tienjarige zoon Enni zit op de achterbank. Een vijftal mannen en vrouwen zijn op het met wijnranken begroeide terras niet ver van de rivier grote trossen donkerblauwe druiven aan het plukken. “Deze druiven zijn heel geschikt om raki van te stoken”, zegt Ismet, “De grond is hier heel goed en we hebben genoeg water dankzij de Vjosa”.

We rijden een stukje verder omlaag en komen bij zijn olijfgaard. Naast het veld met volwassen olijfbomen heeft hij een paar jaar geleden jonge olijfboompjes geplant met het oog op de toekomst van zijn zoon. Ismet hoopt dat Enni niet het voorbeeld volgt van de meeste andere jongeren uit Kutë en naar Tirana trekt, maar in het dorp blijft en het boerenbedrijf later voortzet. Iets hogerop bezit de familie ook nog een flink perceel waar de mais rijpt en een stal staat met koeien en geiten.

“Dit alles ga ik nooit opgeven voor een dam”, zegt Ismet en trekt zijn zoon naar zich toe voor een knuffel. “Bovendien is de prijs die de regering biedt voor de grond belachelijk laag”
Die middag eet ik een vette forel uit de Vjosa op het erf van Demir Murataj, een inwoner van Kutë en activist van het eerste uur. Hij was erbij toen inwoners van Kutë op een nabijgelegen snelweg het verkeer blokkeerden als protestactie.
Demir's neef Trifon laat me een rapport zien, opgesteld door de Universiteit van Tirana. Daarin staat dat in de rivier 69 soorten vis voorkomen, waarvan alleen al 12 soorten forel. Er zijn 177 vogelsoorten geteld, honderden soorten weekdieren en daarnaast ook allerlei grotere dieren zoals lynxen, wolven en herten.
Volgens Besjana Guri van milieuorganisatie Eco Albania is de rivier en zijn omgeving een schatkamer van de natuur en zouden stuwdammen daar onherstelbare schade aan toebrengen. De visstand zou sterk terug lopen doordat de dammen de migratie van vissen onmogelijk zou maken. Allerlei zeldzame dieren en planten zouden grote kans lopen om te verdwijnen wat niet alleen voor dit gebied maar voor de biodiversiteit van de hele Balkan een groot verlies zou zijn.
De voorstanders van waterkrachtcentrales wijzen daarentegen op de voordelen van de zogenaamde witte steenkool zoals energie uit waterkracht wordt genoemd. Bij het opwekken van waterkracht komen geen broeikasgassen vrij, emissieloos heet dat. Waterkracht draagt daarom niet bij aan klimaatverandering. Daarbij zou Albanië, dat bijna het armste land is van Europa, deze zogenaamde groene energie kunnen exporteren want het land zou meer energie uit waterkracht kunnen winnen dan het voor eigen gebruik nodig heeft.

De critici voeren echter aan dat de nadelen vele malen groter zijn dan de voordelen. Besjana Guri meent dat de regering de energie-opbrengst van de veelal kleine waterkrachtcentrales overschat. “De potentiële export van witte stroom is theoretisch” zegt ze. “Er zou een onmogelijk groot aantal dammen in alle Albanese rivieren nodig zijn om werkelijk zoveel stroom te produceren dat het land serieus kan meedoen op de Europese energiemarkt. En wat dat dan oplevert moet je afzetten tegen de schade aan de natuur en de biodiversiteit en ook de sterk gereduccerde mogelijkheden voor het toerisme”.
Tot nu toe hebben de tegenstanders van de stuwdammen enkele interessante successen geboekt. Een rechtszaak die tientallen bewoners van Pocem en Kutë samen met EcoAlbania in 2017 tegen de staat voerden werd gewonnen. Het was tevens de eerste rechtszaak rond een milieuprobleem die ooit in Albanië is gevoerd. De rechtbank in Tirana oordeelde dat het door de regering uitgevoerde onderzoek naar de gevolgen voor de natuur en het milieu van geen kant deugde.
De rechtbank constateerde ook dat er was gefraudeerd, onder meer met de vereiste handtekeningen van bewoners uit de dorpen. Die bleken grotendeels gezet door ambtenaren, onder meer uit de stad Fier, zo'n 70 kilometer van de Vjosa vandaan. Sindsdien is iedereen in afwachting van de beslissing van de Hoge Raad op het hoger beroep van de regering.

Iets verder stroomopwaarts bij het dorp Kalivac is al in 2006 door een Italiaans energiebedrijf een begin gemaakt met de bouw van een dam. Op een gegeven moment trok de regering de concessie van de Italianen in omdat zij zich niet hielden aan hun contractuele verplichtingen. Daarna kreeg een Turks energiebedrijf de vergunning tot de regering van premier Rama in 2020 besloot de bouw van de Kalivacdam voorlopig stil te leggen, alweer vanwege onregelmatigheden in het rapport over de milieu-effecten. Kort voor de verkiezingen in april 2021 kwam premier Rama met een verklaring dat zijn regering de Vjosa tot beschermd natuurgebied wil uitroepen. “Maar de status van beschermd natuurgebied is absoluut onvoldoende” zegt Besjana Guri.
Haar organisatie EcoAlbania streeft ernaar om het hele stroomgebied van de Vjosa vanaf de grens met Griekenland tot aan de monding tot nationaal park uit te roepen. Een nationaal park geeft de Vjosa de hoogste graad van bescherming en voldoende zekerheid dat er ook in de toekomst geen dammen en andere grote projecten langs de rivier komen.
De voorstanders van het nationaal park kregen in maart 2021 steun van de energiecommissie van het Europees Parlement dat de Albanese regering opriep om helemaal af te zien van de bouw van waterkrachtcentrales. Ook de commissie vond de schade voor met name de biodiversiteit onaanvaardbaar groot, met het oog op de Europese Green Deal die biodiversiteit hoog in het vaandel heeft staan. De oprichting van een nationaal rivierpark langs de Vjosa zou volgens de Europese energiecommissie ook een aansprekend voorbeeld kunnen worden voor het beschermen van rivieren in andere landen. Want met name op de Balkan in bijvoorbeeld Bosnië, Macedonië en Montenegro bestaan plannen voor vele honderden dammen. Voor de Albanese regering zijn de woorden uit Europa een niet te onderschatten signaal want Albanië is kandidaat voor het lidmaatschap van de EU. Een belangrijke bijdrage aan de Green Deal zou de kans op volledig lidmaatschap van de Unie wellicht vergroten.

Dat laatste wordt bevestigd door Giorgo Ponti, woordvoerder van de Italiaanse humanitaire organisatie CESVI die ik spreek in het stadje Permet aan de bovenloop van de Vjosa. Volgens hem zijn er vooral particuliere belangen gemoeid met de behoefte aan stuwdammen. “Vroeger was Albanië niet interessant voor investeerders omdat er na het communisme langdurig politieke instabiliteit heerste. Maar nu het lidmaatschap van de EU voor Albanië dichterbij komt en het land dus op termijn gemakkelijker toegang krijgt tot de Europese energiemarkt wordt het voor energiebedrijven uit het westen opeens aantrekkelijk om geld te verdienen met Albanese waterkracht voor de Europese markt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het groene imago van waterkracht. Maar is dat wel terecht? Voor de Vjosa is dat zeker niet zo want de energie-opbrengst weegt niet op tegen het verlies aan natuurwaarde".

Hij vindt dat Albanië zich veel beter kan richten op zonne-energie. Het land heeft zo ongeveer de meeste zonuren in Europa en in het dun bevolkte binnenland is genoeg grond beschikbaar om zonneparken aan te leggen tegen lage kosten. Ponti wijst er ook dat de plannen voor de Vjosa niet op zichzelf staan. In het noorden van Albanië bestaan plannen voor dammen in de rivier de Valbona. Ook hij wijst op de plannen voor vele dammen in andere Balkanlanden. "Regeringen van Balkanstaten zien rivieren nog steeds als een ongebruikte bron van inkomsten. Maar tegelijk geven ze de exploitatie van dammen veelal in handen van buitenlandse maatschappijen die de stroom exporteren. En ook de winst gaat op die manier naar het buitenland. De lokale bevolking is eer vaak niet bij gebaat". Omdat in zoveel landen de gevaren voor rivieren spelen is het belangrijk dat de bescherming van rivieren internationaal aangepakt wordt. Daarom is de campagne Save the Blue Heart of the Balkan gestart, een initiatief van River Watch, een organisatie die zich internationaal richt het behoud van natuurlijke rivieren.

In Kutë leidt Trifon Murataj mij rond door zijn half afgebouwde huis dat de eerste b&b in het dorp moet worden. Trifon is een zakenman, afkomstig uit Kutë, die met zijn handelsfirma onder meer ingevroren vlees uit de Verenigde Staten importeert. Hoewel hij een fraaie villa in het dorp bezit is hij de meeste tijd voor zaken in Tirana en elders. Sommige dorpelingen ondersteunt hij met geld om bijvoorbeeld de schoolopleiding van hun kinderen te betalen.
De toekomst van het dorp houdt hem hem erg bezig. Hij hoopt dat de huidige jeugd van Kutë in het dorp blijft wonen en niet als zo veel jongeren uit heel Albanië naar Tirana verhuist zodat Kutë nog verder vergrijst.
Terwijl we vanuit zijn pension in aanbouw uitkijken over het dal waar de rivier als een zilveren slang doorheen kronkelt filosofeert hij over de mogelijkheden voor het ecotoerisme.

"Een paar maanden geleden kwam een groepje Duitse jongeren in kayaks over de rivier peddelen. Ze waren een week daarvoor hun tocht ver stroomopwaarts gestart, dichtbij de grens met Griekenland. Bij gebrek aan slaapgelegenheid in de dorpen langs de Vjosa sliepen ze 's nachts in lichtgewicht tentjes op de kiezelstrandjes langs de rivier waar ze ook hun eigen eten kookten op campingbrandertjes."
Volgens Trifon waren de jongelui zo enthousiast dat ze volgend jaar met een grotere groep terug wilden komen om te kayakken en te raften op de rivier en te hiken in de bergen.

“Wij kunnen die mensen van alles bieden'', zegt Trifon. Van accomodatie en eettentjes tot de verhuur van kayaks en kano's en trekkings met gidsen in de bergen. Als we in de streek het ecotoerisme ontwikkelen kunnen we een unieke natuurervaring bieden aan mensen uit de drukke en dichtbevolkte landen in West Europa. Dat levert werk op en kan de leegloop van de dorpen tegengaan. Alleen al daarom ligt in een nationaal park onze toekomst”.

Bert Spiertz, oktober 2021